Leenwoorden

Je hebt bijvoorbeeld de Boktor en de Mestkever. Maar waarom eindigt de één op -kever en de ander op -tor? 

Hypothese

Een kever heeft meestal een breder lijf dan een tor. En het lijf van een tor is vaak langwerpiger dan die van een kever.

Resultaten

Op verschillende sites zoals ‘Goeivraag!’ kom je antwoorden tegen die je vertellen dat er geen verschil zit tussen kever en tor. Het is puur naam technisch. De woorden betekenen hetzelfde, en worden allebei voor de benaming van deze dieren gebruikt. Ook op Wikipedia is te lezen dat tor een ander inheems woord is voor kever, maar niet wordt gebruikt in de Wetenschappelijke context.

Als je in de Van Dale online ‘Kever’ intypt, staat er dat kevers behoren tot de orde van de schildvleugeligen. En als je ‘Tor’ intypt, geven ze aan dat het gelijk is aan kever.

Conclusie

Er zit geen verschil tussen de woorden ‘Kever’ en ‘Tor’. Er zit alleen verschil in de benaming. 

 <- Mestkever

Wat vind je van deze tekst?

Laat het hiernaast weten ->

Genre: Jeugd

Sneeuwt het?

Op een koude winterochtend in het grote bos staat een klein houten huisje verscholen achter een paar bomen. Bo doet de deur van het huisje open en stapt naar buiten. Hij steekt zijn neus in de lucht en ademt diep in. Hij kijkt om zich heen en roept verbaast naar binnen naar Ben: 'Het sneeuwt, kijk het sneeuwt!' Ben antwoordt: 'Je weet toch dat ik niet van grapjes hou, grapjas.' 'Nee, het is echt zo. Kom eens naar buiten, dan kan je het met je eigen ogen zien.' Met slaperige ogen stapt Ben mompelend naar buiten. Zijn pyjama wappert in de wind. Hij doet zijn bril af en wrijft eens diep in zijn ogen. Verbaast doet hij zijn bril weer op: 'Verrek, je hebt echt gelijk. Sorry dat ik je niet geloofde, Bo.' 'Oh, het is al goed. Ik ben blij dat je het toegeeft.' 'Het is wel een beetje koud hè, Bo.' 'Zeg dat wel. Ik zou het ook koud hebben als ik buiten in mijn pyjama loop. Kom laten we naar binnen gaan en ons warm aankleden.' En met die woorden trokken ze de deur achter zich dicht.

Na een paar minuten lopen ze naar buiten, van top tot teen ingepakt. Met warme sjaals, wanten, mutsen, sokken en een lekkere dikke jas. De sneeuw knispert onder hun voeten. Bo bukt zich en raapt wat sneeuw bij elkaar tot een bolletje. Raadt maar eens wat hij daarmee gaat doen. Hij richt en gooit het recht tegen het hoofd van Ben aan. Ben kijkt met een boos gezicht naar Bo. Maar dan komt er toch een klein glimlachje op zijn gezicht. Ben veegt de sneeuw van zijn gezicht en gooit een sneeuwbal terug naar Bo. Hij raakt hem ook op zijn gezicht. Bo valt lachend op de grond. 'Ik begin het een beetje koud te krijgen, Bo. Zullen we maar weer naar binnen gaan en warme kop chocolademelk drinken met een stuk koek?' 'Ja, dat lijkt mij lekker.' Ze kloppen de gevallen sneeuw van zich af en lopen tevreden naar binnen.

Wat vind je van deze tekst?

Laat het hiernaast weten ->

Het is Valentijn en daarom heb ik een woordzoeker gemaakt!                                                        

Hieronder vind je hem in PDF:

valentijns-woordzoeker.pdf (148514)

(Ps. Dit bestand kun je ook naarje liefje sturen!)

Zaterdag de 8^e en zondag de 9^e heb naar de schaatswedstrijden gekeken.

Als je goed naar het commentaar luistert, kom je soms leuke uitspraken tegen.                                                                                                                     

Dit vind ik één van de leukste dingen van de Olympische spelen.                      

Hier komen een paar leuke uitspraken:

1.     Hij snijdt de bochten wat krapper aan.

2.     Een prachtige hengel om uit te werpen.          

3.     Je moet met je billen bloot!

4.     De zwiep gaat gestalte krijgen.

5.     Daar hebben ze hun verrekijker niet voor nodig.                                                          

6.     Zodat hij zou ritsen.

Nou, ik vond ze erg leuk!

En probeer ze ook eens zelf te onderscheppen.                      

Zo blijven de Olympische spelen leuk!

Wat vind je van deze tekst?

Laat het hiernaast weten ->

Ik strek m’n been en laat hem terugveren tot ik het steentje door de lucht zie vliegen.

Maar tot m’n verbazing, hoor ik geen plok.

Ik loop naar de plek toe waar hij zou landen.

Het mos knispert onder m’n voeten.

Ik wil doorlopen, maar de weg onder m’n voeten stopt.

Ik kijk naar beneden en zie dat ik voor een diep gat sta.

Hoe kan die hier nou komen? Vraag ik me af.

Ik loop er voorzichtig omheen.

Maar toch glijd ik uit omdat er nog dauw op het mos ligt.

Onder m’n voeten verschijnt een soort glijbaan .

Aan het glijden lijkt geen eind te komen.

Na een minuut of twee beland ik met een bons op de grond.

Ik wil opstaan, maar in de lichtstraal van boven zie ik een op mij gerichte speerpunt.

‘Ops staans ens mees lopens!’ klinkt een zware stem.   

Er komt nog een vervolg!

Wat vind je van dit verhaal? 

Laat het hiernaast weten. ->